¹ Nederland op den tweesprong (The Hague, 1946), 3–18.

² Reys, R. J., De inkomstenbelasting der Inlanders en met hen gelijkgestelden in Nederlandsch-Oost-Indië (Leyden, 1932), 163–164.Google Scholar Dissertation.

³ Boeke, J. H., Ontwikkelingsgang en toekomst van bcvolkings-en ondememingslondbouw in Nederlandsch-Indië (Leyden, 1948).Google Scholar

⁴ Roskott, B. F., De lagere Nederlandsch-Indische rechtsgemeenschappen en hoar verhouding tot de centrale gemeenschap (Leyden, 1933)Google Scholar; Aalders, A. A., Het toezicht op de lagere rechtsgemeenschappen in Nederlandsch-Indië (Leyden, 1934)Google Scholar; Beusekom, J. van, De Indische provincie, inleiding tot het Nederlandsch-Indisch provinciaal recht (Amsterdam, 1937)Google Scholar; Vollenhoven, C. van, “Deconcentratie van het regeeren overzee,” Koloniaal tijdschrift, 25 (1929), 99.Google Scholar

⁴ Indisch staatsblad, 1922, no. 8; 1923, no. 1; Riemsdijk, H. C. G. van, “Het landgoed Permakasäanen zijn uitbreiding te Halmahera,” Indisch genootschap (June 6, 1923), 10.Google Scholar