I. Reciprocity (réciprocité, Gegenseitigkeit, in Russian: vzaimnost) is important in the field of private international law and international civil procedure in the following connections: 1. when the law to be applied is decided, 2. when legal protection is to be secured to aliens, 3. when the recognition of the legal effects of foreign procedure, especially the recognition and execution of foreign judicial decisions is under discussion, 4. when the application of certain directly regulating rules of procedure [exemption from security in connection with the costs of procedure, freedom of expenses, regulation of judicial assistance] is the question at issue.

Toen in September 1939 de oorlog uitbrak, waren van de oorlogvoerende mogendheden er drie (Duitsland, Polen en Frankrijk) bij de Internationale Verdragen betreffende het goederenvervoer per spoorweg (C.I.M.) en het vervoer van reizigers en bagage per spoorweg (C.I.V.) aangesloten. Welke gevolgen had de oorlogstoestand voor de geldigheid van deze Verdragen?

This article is based on the contents of lectures on Polish international private law delivered by the author at the University of Leiden in 1964 and at the Universities of Groningen and Amsterdam (Vrije Universiteit) in 1965.

Toen ik, nu al weer heel veel jaren geleden, mijn oratie te Rotterdam hield, meende ik te kunnen vaststellen: “Het vaderland van een Grotius en een Bijnkershoek heeft in de 19e eeuw geen enkele volkenrechtsschrijver van betekenis meer aan te wijzen. Het in het Engels geschreven en op Engelse leest geschoeide “Manual of International Law” van onze toenmalige gezant in China, Jan Helenus Ferguson, is het enige algemeen volkenrechtelijk werk uit die tijd.” Het speurwerk, dai de verdienstelijke vroegere archivaris van het Ministerie van Buitenlandse Zaken, Mej. Jurriaanse, bij het onderzoek naar het ontstaan van de Commissie voor de Di-plomatieke examens verrichtte, bracht haar op het spoor van een volkenrechtsboek uit 1837, dat mij onbekend was (ook van Eysinga vermeldt het niet in zijn “Geschiedenis van de Nederlandse wetenschap van het volkenrecht). Het betrof een in dat jaar versehenen werk van de Leidse hoogleraar Mr. Hendrik Cock. De volledige titel luidt: “Natuur- Staats- en Volkenregt, als Handboek voor Hunne Koninklijke Hoogheden Willem Alexander Paul Frederik Lodewijk, Erfprins van Oranje en Willem Alexander Frederik Constantijn Nicolaas Michaël, Prins der Neder-landen”. Het is als Handschrift gedrukt en, naar in de tot de beide Prinsen gerichte voorrede (met de merkwaardige aanhef: “Koninklijke Vorsten en Heeren”) wordt medegedeeld, “geenszins tot openbare uitgave bestemd, maar eeniglijk als handschrift gedrukt om aan de leden van het Koninklijk Huis en in het bijzonder Uwe Koninklijke Hoogheden (wier leermeester Prof. Cock was geweest) te worden aangeboden”. De Bibliotheek van het Vredespaleis bezit er een. biizonder fraai gebonden, exemplaar van.

From time immemorial men have looked upon the limitless, barren Arabian deserts with their diffusion in time and space, their special cadence and gliding, half-seen objects, as they did upon the rolling, blending, inscrutable oceans. Exclusive lordship was meaningless. Yet those vacant areas were not totally free for holding to whoever chose: the fact is that hills and valleys had acknowledged masters asserting rights of tribes, clans and families. Even the scarce wells and sparse plants had owners who permitted the taking of water and firewood according to necessity.

La Cour s'est réunie pendant 214 jours de l'année écoulée pour traiter les affaires du Sud-Ouest africain (Ethiopie et Libéria contre Afrique du Sud) sous la présidence de sir Percy Spender. La session a duré du 8 mars au 14 juillet inclusivement et du 20 septembre au 13 décembre inclusivement. Un arrêt n'a pas encore été rendu.